Leerstoornissen:
problemen met lezen (technisch en begrijpend) , spelling en rekenen.
Na minstens 6 maanden intensieve behandeling kan de diagnose dyslexie/dysorthografie/dyscalculie gesteld worden,
dit altijd in samenspraak met de leerkrachten op school.
Infantiel slikken en afwijkende mondgewoontes:
Infantiel slikken: de positie van de tong is niet correct in rust en bij het slikken, waardoor het gebit verkeerd ontwikkelt. De tong ligt dan meestal tegen of tussen de tanden.
Dit gaat meestal gepaard met afwijkende mondgewoontes: duimzuigen, nagelbijten, open mondgedrag, mondademhaling,…
De meeste kinderen hebben hier ook problemen met de articulatie van bepaalde klanken: addentale of interdentale spraak.
De doorverwijzing gebeurt via een orthodontist.
Vertraagde taalontwikkeling:
problemen bij het begrijpen en/of produceren van taal: woordenschat, morfologie, zinsbouw,...
Dit zorgt later vaak ook voor problemen bij het leren lezen en schrijven, maar ook bij taalbeschouwing en begrijpend lezen.
Een vroege aanpak (bij peuters en kleuters) is hier aangewezen!
Articulatie:
problemen met de uitspraak van bepaalde klanken. Via onderzoek wordt nagegaan of het om een fonetisch of fonologisch probleem gaat.
Neurologische aandoeningen zoals cerebrale parese (CP), de ziekte van Parkinson,
de ziekte van Kennedy, ALS, MS, afasie, aangezichtsverlamming,...